Italië is momenteel het op twee na grootste exportland van tomaten, met een oogst van wel vijf miljoen ton tomaten per jaar. Uit verschillende onderzoeken en risicoanalyses kwam naar voren dat Italië een zogeheten ‘hoog-risicoketen’ is als het gaat om de schending van mensenrechten, specifiek in de ingeblikte tomatenhandel. Reden genoeg voor de FNV en het CBL (Centraal Bureau Levensmiddelenhandel) om hier een onafhankelijk onderzoek naar te starten via een human rights impact assessment, dat vandaag is gepubliceerd.

Samenwerking noodzakelijk
De Nederlandse spelers (supermarkten en A-merkleveranciers) nemen gezamenlijk 4,8 procent van de totale Italiaanse ingeblikte tomatenexport af. Het onderzoek bevestigt risico’s op het gebied van de schending van mensenrechten, zoals uitbuiting en illegale arbeid. Vaak zijn arbeidsmigranten daarvan het slachtoffer. Het is noodzakelijk dat alle betrokkenen (ketenpartijen, maatschappelijke organisaties, vakbonden en overheden) de risico’s erkennen en daar hun acties op afstemmen. Transparantie in de keten is daarbij een voorwaarde. Wie koopt van wie en hoe wordt dat geproduceerd? “Het uitgevoerde onderzoek is bij uitstek een voorbeeld van hoe je ‘due diligence’ uitvoert. Het rapport laat zien dat er verbetering nodig is op verschillende niveaus. De supermarktbranche wil haar deel van de verantwoordelijkheid graag oppakken”, zegt Jennifer Muller, manager Duurzaamheid bij het CBL.

Naleving wet- en regelgeving
Italië, als onderdeel van de Europese Unie, valt onder de Europese wetgeving op het gebied van arbeidsvoorwaarden en mensenrechten. Het is de verantwoordelijkheid van andere EU-lidstaten om Italië te blijven wijzen op deze taak waarbij Brussel een leidende rol moet pakken. Ook de Nederlandse overheid heeft een rol om de Italiaanse overheid aan te spreken op de misstanden.

Jos Hendriks, bestuurder FNV Voedingsindustrie: “De uitkomsten hebben mij niet verrast. We weten nu allemaal zeker dat er misstanden plaatshebben in de productieketen. Wat ik heel hoopgevend vind, is dat de Nederlandse bedrijven dit met ons willen onderzoeken.”

Het CBL sluit zich hierbij aan. “Mensenrechtenschending in de keten mag op geen enkele manier plaatsvinden.”, aldus Jennifer Muller. “In Italië zijn al diverse initiatieven zichtbaar om de situatie te verbeteren, gericht op het tegengaan van uitbuiting en illegale arbeid. Wij bouwen hier graag op voort en willen samen met de FNV verkennen op welke manier de bestaande initiatieven in Italië kunnen helpen om de situatie in de tomatenketens te verbeteren.”

Vervolgacties
De FNV vindt dat zowel Nederlandse leveranciers als Nederlandse supermarkten een verantwoordelijkheid hebben om die misstanden op te lossen en nog beter, die te voorkomen.  Hendriks: “Dat de brancheorganisatie samen met haar leden hier werk van wil maken, is een belangrijke stap voorwaarts. Niet alleen voor al die getroffen werknemers. Maar ook voor de supermarkten zelf. Want volgens mij halen Nederlandse consumenten hun ingeblikte tomaatjes liever bij de winkel waarvan ze weten dat er bij de productie geen rechten van andere mensen zijn geschonden. Dan smaakt je pizza of je spaghettisaus toch beter.”

De FNV en het CBL blijven de handen ineen slaan om de situatie in de Italiaanse tomatenketen te verbeteren. Daarbij is samenwerking met fabrikanten en A-merken om de maatregelen goed door te voeren belangrijk. Het CBL heeft samen met haar leden een Actieplan opgesteld naar aanleiding van de aanbevelingen in het rapport. Dit actieplan zullen de supermarkten branche breed uitvoeren. In de loop van 2022 zullen ook actieplannen van de individuele supermarkten volgen.

Om de acties tot een succes te maken, is het een voorwaarde dat alle betrokken partijen meedoen. Petra Bolster, internationaal secretaris van de FNV: “De FNV en het CBL gaan daarom graag op korte termijn om tafel met de minister van Buitenlandse Zaken om de problematiek en de Nederlandse rol hierin te bespreken. Actie op Europees niveau is daarbij ook nodig. Daarnaast zullen parallelle acties volgen om de keten van binnenuit de verbeteren.”

IMVO-convenant Voedingsmiddelen
Het uitgevoerde onderzoek wordt ondersteund door andere partners in het IMVO-convenant Voedingsmiddelen, namelijk het ministerie van Buitenlandse Zaken en de FNLI. In het IMVO-convenant Voedingsmiddelen staan afspraken tussen de Nederlandse voedingsmiddelensector, maatschappelijke organisaties, vakbonden en de overheid gericht op internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen.