Het optimaal gebruik van reststromen en voorkomen van voedselverspilling staat hoog op de agenda bij fabrikanten en supermarkten. Maar liefst 90% van de bedrijven voert concrete maatregelen uit om voedselreststromen terug te dringen of te hergebruiken. Verreweg de meeste bedrijven hanteren meetbare doelstellingen en monitoren hun voortgang. Er liggen nog kansen op het gebied van geaggregeerde meting van de omvang van reststromen op productcategorieniveau.

Dit blijkt uit onderzoek in opdracht van het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL) en de Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI). PwC deed onderzoek naar de monitoring en optimalisatie van reststromen aardappelen, groenten en fruit (AGF) bij levensmiddelenindustrie en retail. PwC voerde het onderzoek uit onder 21 organisaties in de retail en voedingsmiddelenindustrie, met in totaal 2346 vestigingen.

De acties om voedselverspilling tegen te gaan worden gedreven door het streven naar operationele efficiëntie. Voor de meeste bedrijven is dit ook onderdeel van de continue optimalisering van de bedrijfsvoering. “Het onderzoek bevestigt ons beeld dat veel bedrijven al van oudsher sterk sturen om verspilling in de keten tot een minimum te beperken, simpelweg omdat dit geld oplevert. Voedselverspilling is niet alleen maatschappelijk onwenselijk, maar zorgt ook voor ongewenste kosten”, aldus Liselotte Hamelink, manager Duurzaamheid van het CBL.

Het onderzoek biedt inzicht in 144 suggesties voor het optimaliseren van reststromen. Het gaat daarbij om concrete maatregelen die bedrijven nemen, bijvoorbeeld verbetering van oogstmethoden en optimalisering van producthoudbaarheid en verpakkingseenheden. Daar waar het voedsel de consument niet bereikt wordt gezocht naar een andere bestemming, bijvoorbeeld verwerking tot een ander product voor menselijke consumptie of omzetten tot energie (vergisting en compostering). Vaak is samenwerking met andere partijen in de keten essentieel om ketens zo efficiënt mogelijk in te richten; daarom willen CBL en FNLI de maatregelen binnen de Alliantie Verduurzaming Voedsel  uitdragen zodat deze door andere bedrijven kunnen worden gebruikt als basis voor eigen beleid. De Alliantie gaat bovendien in samenwerking met het ministerie van EZ een Helpdesk Reststromen opzetten, waar bedrijven terecht kunnen voor informatie, advies en ondersteuning om nog efficiënter om te gaan met grondstoffen en reststromen. Hierbij is ook de kennis die wordt opgedaan in het Top Institute Food & Nutrition van grote waarde.

FNLI en CBL gaan werk maken van cijfermatig inzicht
Uit het onderzoek blijkt dat monitoring van derving en verlies een integraal onderdeel is van het bedrijfsproces en dat de bedrijven dit doen op een manier die past bij hun eigen primaire proces: de retail veelal op derving en in geld, de industrie op productieverlies en in kilo’s. Dit is onderling niet zomaar vergelijkbaar, daarom is er geen totaalcijfer te geven voor de voedselverspilling binnen de AGF-keten. CBL en FNLI gaan daarom binnen de Alliantie Verduurzaming Voedsel werk maken van harmonisatie en standaardisatie van monitoring, om uiteindelijk op productcategorieniveau de omvang en oorzaken van reststromen transparanter in kaart te kunnen brengen. Hiertoe zullen ze actief samenwerken met Wageningen UR en het Europese FUSIONS-netwerk. “We werken aan  het vergroten van  transparantie, zodat bedrijven, kennisinstellingen en overheden nog beter kunnen sturen op knelpunten en hotspots, en zo voedselverspilling nog effectiever kunnen aanpakken,” aldus Philip den Ouden, directeur van de FNLI.