De stijgende voedselprijzen staan in de schijnwerpers. Consumenten merken het direct in hun portemonnee. Supermarkten wijzen op een complex samenspel van factoren die leiden tot een consumentenprijs voor de boodschappen. Om meer inzicht te bieden in de oorzaken en mogelijke oplossingsrichtingen, hebben supermarkten (Albert Heijn, Jumbo en Lidl) vandaag op uitnodiging van de Tweede Kamercommissie Economische Zaken deelgenomen aan een rondetafelgesprek.

Tijdens het constructieve gesprek bespraken vertegenwoordigers uit de levensmiddelensector de verschillende elementen die de voedselprijzen beïnvloeden. De inbreng van de verschillende vertegenwoordigers is hier te lezen.

Meerdere oorzaken voor prijsstijgingen
De hogere prijzen baren veel mensen zorgen, zeker in een tijd waarin de kosten voor levensonderhoud op meerdere fronten stijgen. Supermarkten vinden het belangrijk dat boodschappen voor iedereen betaalbaar zijn en zetten zich hier dan ook maximaal voor in. Voedselprijzen zijn opgebouwd uit meerdere factoren. De supermarktprijzen bestaan uit de inkoopprijs, operationele kosten en een beperkte winstmarge. De gemiddelde winstmarge van supermarkten ligt tussen de 2 à 3 procent. Daarnaast spelen fiscale maatregelen een rol, zoals belastingen en heffingen. Een doeltreffende discussie over voedselprijzen moet al deze elementen meenemen.

Prijsstijgingen zijn het gevolg van zowel marktontwikkelingen als beleid. Kostenstijgingen voor grondstoffen, productie en verwerking drijven de prijzen op, terwijl ook loonkosten, energiebelastingen, verduurzaming in de keten en strengere milieu- en dierenwelzijnseisen bijdragen aan hogere kosten in de keten. Supermarkten vangen een deel van deze kostenstijgingen zelf op, maar zijn ook genoodzaakt om deze kosten deels door te berekenen om toekomstbestendig te blijven opereren.

Supermarkten pleiten voor gezamenlijke inspanningen
Om voedselprijzen beheersbaar te houden, is het noodzakelijk dat alle spelers in de keten hier een bijdrage aan leveren. Supermarkten moeten zo efficiënt mogelijk hun bedrijf leiden door de kosten laag te houden. De overheid kan bijdragen aan lagere voedselprijzen door de fiscale druk te verlagen, EU-handelsregels te versoepelen en eerlijke concurrentie te stimuleren.

Zo zou het verbieden van territoriale leveringsbeperkingen (TLB’s) – waarbij fabrikanten beletten dat producten grensoverschrijdend worden verhandeld – de marktwerking verbeteren en consumenten direct voordeel bieden. Het CBL pleit hier al langere tijd voor.

Het rondetafelgesprek was een belangrijke kans om de discussie over voedselprijzen te verdiepen en samen naar structurele oplossingen te zoeken. Wij blijven ons inzetten voor betaalbare boodschappen voor iedereen en lichten dat verder toe in dit position paper.