Het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL) roept de politiek op om werk te maken van betaalbare boodschappen, naar aanleiding van het nieuwste onderzoek van de Consumentenbond. Uit dat onderzoek blijkt dat Nederlandse supermarktprijzen soms verschillen met die in het buitenland. Eerder deed het CBL ook onderzoek naar prijsverschillen met het buitenland. De onderzoeken, waarbij de Nederlandse versus buitenlandse prijzen in wisselende categorieën gunstiger zijn, onderstrepen de noodzaak van politieke oplossingen op onderwerpen als inkoopmuren (tlb’s), belastingen en regelgeving om deze verschillen te verkleinen.
Eerder liet het CBL door EFMI Business School al een vergelijkend onderzoek doen naar prijspeil en winstgevendheid van supermarkten in Nederland, België en Duitsland. Uit dit onderzoek bleek dat Nederlandse boodschappen over de gehele linie enkele procenten goedkoper zijn dan België en Duitsland. Wel zijn er verschillen in productcategorieën. Vooral A-merken zijn in Nederland vaak duurder dan in de buurlanden, terwijl sommige productcategorieën – zoals zuivel, brood en aardappel, groente en fruit – juist goedkoper zijn. Producten als huishoudelijke artikelen, drogisterij en baby- en kinderproducten zijn in het buitenland soms voordeliger, maar de verschillen lopen sterk uiteen. Voor sommige producten is het voordeliger om boodschappen over de grens te doen. Ook Belgische en Duitse consumenten kunnen financieel profiteren door bepaalde producten juist in Nederland te kopen.
Oorzaken van prijsverschillen
Prijsverschillen hebben meerdere oorzaken. Zo verschilt het supermarktlandschap in Nederland van dat in België en Duitsland, onder andere door aanbiedingen. Maar ook politieke keuzes spelen een belangrijke rol. In Nederland ligt het btw-tarief op boodschappen hoger dan in België en Duitsland. Dit zorgt voor een prijsverhogend effect van 2,4 procent ten opzichte van België en 1,8 procent ten opzichte van Duitsland. Ook de accijnzen op frisdrank en alcohol zijn hier hoger.
Daarnaast zijn supermarkten vaak beperkt in hun mogelijkheden om goedkoper in te kopen in andere Europese landen. Fabrikanten leggen soms territoriale leveringsbeperkingen op, waardoor het moeilijker is om bepaalde A-merken voordelig te importeren. Het CBL pleit daarom voor een Europees verbod op deze inkoopmuren.
Ook politieke besluiten hebben invloed op de stijgende kosten voor supermarkten. De geplande verhoging van het minimumjeugdloon in 2027 betekent dat de loonkosten opnieuw flink toenemen, bovenop eerdere stijgingen van het minimumloon. Door de kleine marges kunnen supermarkten deze extra kosten niet volledig opvangen. Dit is een belangrijke realiteit in het debat over stijgende voedselprijzen.
Stijgende kosten en smalle marges
Supermarkten werken met smalle marges. Uit het onderzoek van EFMI blijkt dat de winstgevendheid van supermarkten de afgelopen jaren juist is afgenomen. De gemiddelde winstmarge schommelt rond de 2 procent. De stijgende inkoopprijzen, hogere loonkosten, huurprijzen en energiekosten zorgen ervoor dat de financiële ruimte verder onder druk staat. De voorgenomen verhoging van het minimumjeugdloon in 2027 zal deze druk verder vergroten, naar schatting met zo’n €228 miljoen per jaar. Deze kosten komen bovenop de verhoging van het minimumjeugdloon met zo’n 40% in de afgelopen vijf jaar en een algemene stijging van de loonkosten.
Supermarkten blijven zich inzetten
Supermarkten proberen kostenstijgingen zoveel mogelijk zelf op te vangen. Ze investeren in efficiëntere logistiek, digitalisering, strakke personeelsplanning en scherpere inkoop bij huismerken. Toch blijft de druk op supermarkten groot door de combinatie van hogere inkoopprijzen en oplopende kosten.
Politiek is aan zet
Het CBL benadrukt dat de politiek een grote rol heeft in het betaalbaar houden van boodschappen. Vooral nu de Tweede Kamerverkiezingen dichterbij komen, vraagt het CBL aandacht voor het effect van belastingen, accijnzen en regelgeving op de prijzen in de supermarkt. De organisatie roept politieke partijen op om in hun verkiezingsprogramma’s aandacht te besteden aan het betaalbaar houden van boodschappen, het verminderen van fiscale verschillen met het buitenland en het pleiten voor een Europees verbod op territoriale leveringsbeperkingen.
Doe de Boodschappentoets
Supermarkten willen dat boodschappen voor iedereen betaalbaar zijn en blijven. Daarom roept het CBL de politiek op om bij het vormen van nieuw beleid de Boodschappentoets uit te voeren: een praktische check om vooraf de impact op de winkelprijs te bepalen. Zo blijft betaalbaarheid van boodschappen een bewuste afweging bij elk besluit, zonder dat noodzakelijk beleid wordt tegengehouden.
Het betaalbaar houden van boodschappen is een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid. Het CBL blijft bereid voor dialoog met alle betrokken partijen en roept de Consumentenbond op om zich samen hard te maken voor de betaalbaarheid van het Nederlandse boodschappenmandje.