Op 4 november heeft de Gezondheidsraad de Richtlijnen goede voeding gepubliceerd. De richtlijnen zijn vooral gericht op voedingsmiddelen en –patronen en niet meer op nutriënten. Het goede hieraan vindt het CBL dat hierdoor meer gebruik gemaakt kan worden van de goede eigenschappen van een product dat daarnaast misschien ook minder gezonde nutriënten bevat. Wel vindt het CBL dat gezondheidswinst door het consumeren van voedsel eenzijdig wordt vertaald naar de preventie van chronische ziekten, terwijl meer aspecten van voedsel heilzaam kunnen zijn. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het sociale aspect van eten.
Het CBL vindt het een goede zaak dat deze richtlijnen, die een belangrijke basis vormen voor de adviezen van het Voedingscentrum, regelmatig aangepast worden naar de nieuwste inzichten en stand der techniek.  Het helpt de consument een weloverwogen keuze te maken uit het uitgebreide assortiment van de Nederlandse supermarkten.
Het CBL is het met de Gezondheidsraad eens dat een gezonde keuze de primaire verantwoordelijkheid van de consument is, maar dat ook de voedingsmiddelensector een rol kan spelen. Het CBL heeft een aantal jaar geleden samen met de industrie en het ministerie van VWS, de horeca en de cateraars het Akkoord Verbetering productsamenstelling opgesteld om gezamenlijk zout, verzadigd vet en suiker in producten en recepturen te verminderen. De doelstellingen van dit Akkoord zijn indertijd gebaseerd op de Richtlijnen goede voeding en sluiten ook aan bij de nieuwe richtlijnen. Door de inspanningen van de supermarktbranche binnen het Akkoord wordt het gemakkelijker om te voldoen aan een gezond voedingspatroon. Daarnaast is het belangrijk dat het Voedingscentrum een voor consumenten heldere vertaalslag maakt van de richtlijnen naar de nieuwe Schijf van Vijf.